Omschrijving:Het betreft geadresseerde reclame van LaSer-Lafayette Services Nederland B.V., waarin onder meer staat: “Als gewaardeerde Scheer & Foppen Visa Card klant bent u geselecteerd om maximaal € 2.385,20 over te laten schrijven op uw bankrekening”. |
De klacht In de uiting staat niet dat over het aangeboden bedrag (een flinke) rente dient te worden betaald. Om die reden acht klager de uiting misleidend. |
Het verweer Er is geen sprake van een openbare aanprijzing en daarmee dus niet van reclame, maar van een individuele berichtgeving, of zelfs een individueel aanbod. Het aanbod behelst een kredietlimiet die is verbonden aan de Scheer & Foppen Visa Card van klager. Om deze Visa Card te verkrijgen, heeft klager destijds een overeenkomst ondertekend waarin expliciet melding wordt gemaakt van de toepasselijke rente. Klager was hiervan dus op de hoogte. |
Het oordeel van de Commissie (30 augustus 2007) Ofschoon adverteerder niet wettelijk verplicht is om in de uiting het rentepercentage te vermelden, moet reclame volgens artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code wel zo duidelijk en volledig mogelijk zijn. Aangezien in de uiting geen enkele informatie wordt gegeven over de prijs van het aangeprezen product, is de uiting niet voldoende duidelijk en volledig en daardoor misleidend. Dat klager om adverteerders credit card te verkrijgen destijds een overeenkomst heeft getekend waarin de toepasselijke rente staat, doet aan dit oordeel niet af, omdat de uiting op zichzelf wordt getoetst en ook zonder dat deze overeenkomst moet worden geraadpleegd, voldoende duidelijk moet zijn. |
De beslissingOp grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. |
Regeling: artikel 7 NRC |
De grieven Deze kunnen als volgt worden samengevat. Ten onrechte heeft de Commissie de gewraakte uiting als reclame-uiting aangemerkt. Immers, in dit geval is geen sprake van een “openbare aanprijzing” in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In het onderhavige geval kreeg een beperkt aantal klanten dat reeds houder was van de Visa Card via een besloten mailing bericht dat zij -onder bepaalde condities- gebruik konden maken van het vrije deel van hun kredietlimiet. Hiermee werd het product, creditcard, ook niet aangeprezen omdat de geadresseerden van de mailing al in het bezit waren van die creditcard. De zienswijze van LaSer wordt ondersteund door de parlementaire geschiedenis bij artikel 6:194 BW, waaruit blijkt dat de gewraakte mededeling “openbaar” moet zijn gedaan. “Persoons gerichte” benadering via telefoon of brief wordt niet door de regeling bestreken. Juridisch gezien is er slechts sprake van een offerte, namelijk een uitnodiging om een opname van de bestaande kredietlimiet te doen. |
Het antwoord in appel De grieven zijn gemotiveerd weersproken. De re- en dupliek |
De mondelinge behandeling De heer Van Orsouw deelt mee dat de gewraakte uiting een “individuele mailing” betreft waarin de klant wordt gewezen op de mogelijkheid om gebruik te maken van een “functionaliteit” op basis van een reeds lopende overeenkomst. Desgevraagd deelt Van Orsouw mee dat in de uiting weliswaar staat: “Dit aanbod is geldig tot en met 15 juli – dus stuur de coupon SNEL terug!”, maar dat het ook na die datum mogelijk was om gebruik te maken van de in de mailing bedoelde kredietfaciliteit. Naar aanleiding van de vraag hoeveel van de onderhavige mailings zijn verstuurd, deelt Van Orsouw mee dat een bepaalde selectie is gemaakt waarbij rekening is gehouden met de bestedingsruimte.
|
Het oordeel van het College Het College deelt het oordeel van de Commissie dat de gewraakte mailing een reclame-uiting in de zin van artikel 1 NRC is. Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
|
De beslissing Het College bevestigt de beslissing van de Commissie, voor zover daartegen beroep is ingesteld. |