Omschrijving:Het betreft het telemarketinggesprek met Postgarant B.V., waarin klager een gratis proefzending van SuperWhite 3-in-1 is aangeboden en de begeleidende brief die is gevoegd bij de aan klager gezonden proefzending. |
De klacht Klager is telefonisch benaderd door een telemarketeer van SuperWhite, die de indruk wekte dat klager had meegedaan aan een enquête op internet en naar aanleiding daarvan klager een proefzending SuperWhite 3-in-1 ter waarde van EUR 35,- aanbood tegen betaling van de verzendkosten. De telemarketeer verzekerde klager nergens aan vast te zitten. De bij de proefzending gevoegde verzendbrief vermeldt echter: “(…) en mocht u na ontvangst van deze zending geen prijs meer stellen op vervolgzendingen à € [__] en verzendkosten à € [__] laat het ons dan binnen 10 dagen weten.” De bedragen in de brief zijn zodanig gearceerd, dat deze niet leesbaar zijn. Een vermelding van of verwijzing naar de algemene voorwaarden voor koop op afstand ontbreekt. Klager heeft tijdig aangegeven geen vervolgzendingen meer te willen ontvangen, maar StarBright heeft gesteld geen kennisgeving te hebben ontvangen, zodat een abonnementsvorm is ontstaan waarbij klager maandelijks een pakket SuperWhite producten wordt toegezonden tegen betaling (via automatische incasso) van EUR 39,95 per zending. Klager stelt dat de door de telemarketeer en in de verzendbrief verstrekte informatie onvolledig en daarom misleidend is. |
Het verweer Adverteerder verwijst naar het destijds gehanteerde telefoonscript en legt een exemplaar daarvan over. Adverteerder stelt niet te weten waarom de in de aan klager gezonden brief vermelde bedragen gearceerd zijn. |
Het oordeel van de Commissie (2 januari 2008) De verwijzing door adverteerder naar het telefoonscript dat ten tijde van het benaderen van klager werd gehanteerd, toont naar het oordeel van de Commissie niet aan, dat dit script tijdens het telefoongesprek met klager daadwerkelijk is gevolgd. Niet is komen vast te staan dat klager erop is gewezen dat adverteerder zou uitgaan van instemming door klager met een maandelijkse toezending van producten voor een bedrag van EUR 39,95 per keer indien niet tijdig zou worden kenbaar gemaakt dat klager hierop geen prijs stelde. Voorts is door adverteerder niet weersproken dat tijdens het telefoongesprek met klager is meegedeeld dat sprake was van een reactie naar aanleiding van een door klager op internet ingevulde enquête. Gelet op het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat door de telemarketeer onvoldoende duidelijk is gemaakt wat het commerciële oogmerk en het doel van het gesprek met klager is geweest, zodat sprake is geweest van een misleidende benadering. Dit alles is in strijd met artikel 5 lid 1 en 2 en artikel 7 lid 2 van de Code Telemarketing (CTM). Ook is de Commissie van oordeel dat door het ontbreken in de verzendbrief van de voor vervolgzendingen verschuldigde bedragen, die voor de aanbieding van essentieel belang zijn, de uiting onvolledig is en om die reden misleidend is in de zin van artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). |
De beslissingOp grond van het vorenstaande acht de Commissie de bestreden uitingen in strijd met artikel 5 lid 1 en 2 en artikel 7 lid 2 CTM en artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. |
Regeling: Artikel 5 lid 1 CTM Artikel 5 lid 2 CTM Artikel 7 lid 2 CTM artikel 7 NRC |
De grieven Deze kunnen als volgt worden samengevat. I. De gewraakte actie is uitgevoerd door een extern callcenter dat het callscript heeft gebruikt, dat op 22 oktober 2007 aan de Commissie is toegezonden. Blijkens dit callscript diende twee maal te worden meegedeeld dat na het kennismakingspakket een nieuw pakket wordt toegezonden, en dat de kosten hiervan € 39,95 bedragen. Vervolgens werd dit schriftelijk bevestigd in een afspraakbevestiging, in de beslissing van de Commissie aangeduid als “verzendbrief”. Blijkens het callscript wordt gewerkt met voice-logs om te kunnen bewijzen dat is gewezen op de voor een bestelling noodzakelijke gegevens en feiten. Met de voice-log betreffende het gesprek met geïntimeerde is iets misgegaan. Door een technisch probleem zijn de voice-logs uit het eerste kwartaal van 2007 niet meer beschikbaar. Daardoor is op dit moment niet met de voice-log te bewijzen dat geïntimeerde is gewezen op al hetgeen in het callscript staat. Verwezen wordt naar een desbetreffende, bij het beroepschrift overgelegde verklaring van het callcenter. II. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in het callscript is meegedeeld dat de gebelde persoon recent op internet heeft deelgenomen aan een nationale tandentest. In dit verband wordt verwezen naar de als bijlage 2 bij het beroepschrift overgelegde e-mail van ad pepper media BeNeLux B.V.. III. Uit de brief -zelfs in de versie van geïntimeerde- blijkt duidelijk dat na de proefzending vervolgzendingen volgen waarvoor moet worden betaald, dat ook verzendkosten moeten worden betaald en dat, als men geen prijs stelt op vervolgzendingen, men dit binnen 10 dagen moet laten weten. Gelet hierop is van misleiding geen sprake, nog los van de vraag of geïntimeerde een bevestigingsbrief heeft ontvangen waarin de bedragen zijn weggevallen, maar waarin het euroteken is gehandhaafd. |
Het antwoord in appel De grieven zijn gemotiveerd weersproken. |
Het oordeel van het College Ten aanzien van de verschillende grieven overweegt het College het volgende. Ad I. Ad II. Ad III. Gelet op het bovenstaand wordt als volgt beslist.
|
De beslissing Het College bevestigt de beslissing van de Commissie. |