De bestreden uiting

Het betreft een aan klager verzonden brief met als onderwerp: “Controleer uw gegevens van uw uitvaartverzekering”. In de brief staat onder meer dat klager een uitvaartverzekering bij Ardanta heeft, en dat Ardanta de gegevens van klager op de achterzijde van de brief wil controleren met verzoek aan hem om deze gegevens te wijzigen of aan te vullen indien deze niet correct of incompleet zijn. In de brief staat dat klager geen actie hoeft te ondernemen indien de gegevens correct zijn. Verder adviseert Ardanta klager om de brief te bewaren zodat zijn nabestaanden met haar contact kunnen opnemen bij overlijden. Op de achterzijde van de brief staat een polisnummer, een ingangsdatum (1 mei 1966), de naam van klager, het verzekerde bedrag (€ 311,-) en de verschuldigde premie (€ 0,-).

De klacht

In de brief staat dat klager een uitvaartverzekering bij Ardanta heeft en dat zij zijn gegevens wil checken. Klager heeft echter geen uitvaartverzekering bij Ardanta. Aangezien klager op internet soortgelijke klachten tegenkomt, gaat hij ervan uit dat sprake is van oplichting of zwendel.

Het verweer

Ardanta heeft als uitvaartverzekeraar op grond van de Wet financieel toezicht een algemene zorgplicht in verband met de belangen van haar klanten. Zij dient daartoe over de juiste en actuele gegevens van verzekerden te beschikken. Bij overlijden kan Ardanta dan ervoor zorgen dat nabestaanden de uitkering ontvangen waarop zij recht hebben. Uitvaartverzekeringen hebben een lange looptijd. Hierdoor en door andere oorzaken zijn naam/adresgegevens in een aantal situaties niet meer juist of volledig. Ardanta heeft als taak deze gegevens te controleren en zo nodig te corrigeren. In het verleden konden gemeenten de klantgegevens verrijken. Dit is door de privacywetgeving niet meer mogelijk. Ardanta werkt daarom nu met andere partijen samen om de juiste NAW-gegevens van verzekerden te achterhalen. Met de informatie die Ardanta aldus krijgt, kan zij ’teruggevonden klanten’ een brief zenden in het vertrouwen dat deze verzekerden zich weer bewust worden van de uitvaartverzekering en hun gegevens actueel houden. Ardanta heeft inmiddels 150.000 van dergelijke brieven verzonden. In haar administratie heeft Ardanta op naam van klager een uitvaartverzekering gevonden die is afgesloten in 1966 met de status ‘adres onbekend’. Door de adresverrijking heeft Ardanta de adresgegevens van klager gevonden en hem daarom een brief gestuurd ter controle van zijn gegevens. Deze verzekering is hoogstwaarschijnlijk afgesloten door de (groot)ouders van klager en betreft een zogenaamde ‘kinderpolis’. In de brief vraagt Ardanta slechts om gegevens te controleren en wordt geen enkele commerciële aanbieding gedaan.

De door Ardanta op vragen van de voorzitter verstrekte informatie

1.  Ardanta is blijkens haar e-mail van 24 juli 2018 niet in staat een kopie van de oorspronkelijke polis op te sturen omdat de originele polis ontbreekt. De afgelopen decennia zijn veel uitvaartverzekeraars opgegaan in andere verzekeringsmaatschappijen waarbij de archieven niet (volledig) zijn overgekomen. De verzekering van klager is oorspronkelijk afgesloten bij Levensverzekering Utrecht, later opgegaan in AMEV respectievelijk A.S.R. Er is premie betaald tot 1 mei 1993. In 2011 is de verzekering ‘overgevoerd’ naar de administratie van Ar­danta. Op 4 januari 2018 heeft Ardanta het adres van klager ontvangen met een aanvulling op de voorletters en een vermelding van het geslacht.
2.  Ardanta heeft blijkens haar e-mail van 21 augustus 2018 de data verkregen vanuit systemen van ‘de overdragende partij’. Daarbij heeft een conversie in de polisadministratie plaatsgevonden waarbij de polisvoorwaarden en relevante klantbedingen niet zijn gewijzigd. Delen van de ‘papieren archieven’ zijn verdwenen. Ardanta legt een printscreen over van de gegevens van klager in haar systeem. In de printscreen wordt melding gemaakt van het soort contract (“UGV (Kapitaal)”) met de vermelding van het bedrag aan “Nominaal kapitaal”, te weten € 311,-, en de vermelding ‘opgenomen kapitaal’, te weten € 0,-.
3.  Bij e-mail van 3 oktober 2018 deelt Ardanta mee dat het afhankelijk van de polisvoorwaarden en ingangsdatum is of een verzekering kan worden afgekocht. Voor de verzekering van klager is dit wel mogelijk. Ardanta is bereid klager te informeren over de afkoopwaarde en noemt in verband daarmee een e-mailadres van haar organisatie.

Het oordeel van de voorzitter

1)  De klacht is gericht tegen een brief met als onderwerp: “Controleer uw gegevens van uw uitvaartverzekering”. In de brief staat dat klager een uitvaartverzekering bij Ardanta heeft. In de brief verzoekt Ardanta klager de persoonlijke gegevens die in de brief staan te controleren en zo nodig te corrigeren. De inhoud van de brief blijft beperkt tot deze mededeling en dit verzoek. De brief bevat geen directe aanprijzing van goederen of diensten. Klager is blijkbaar van mening dat de brief desondanks als een reclame-uiting dient te worden aangemerkt. De voorzitter vat de klacht in deze zin op, dat de brief volgens klager is bedoeld als een indirecte aanprijzing van de diensten van Ardanta. Van een dergelijke aanprijzing is echter in ieder geval geen sprake indien klager, zoals in de brief staat, klant van Ardanta is. In die situatie kan de brief slechts worden aangemerkt als een zakelijke mededeling in verband met de verzekering van klager zonder aanprijzend element. De voorzitter zal daarom beoordelen of voldoende aannemelijk is dat klager klant is van Ardanta. Klager heeft dit betwist, maar volgens Ardanta is dit wel het geval. De voorzitter oordeelt hierover als volgt.

2)  Namens de voorzitter zijn diverse vragen aan Ardanta gesteld teneinde duidelijkheid te verkrijgen over de feiten. Op basis van de verstrekte informatie gaat de voorzitter inmiddels ervan uit dat een klantrelatie tussen partijen bestaat en dat Ardanta in verband met die relatie de onderhavige brief heeft verzonden met het doel de klantgegevens van klager accuraat te houden, waarmee zowel het belang van Ardanta als klager is gediend. De door Ardanta verstrekte gegevens maken immers aannemelijk dat op 1 mei 1966 een uitvaartverzekering voor klager is afgesloten, waarbij een bepaalde waarde is opgebouwd. Hieruit volgt dat de brief niet als een reclame-uiting kan worden aangemerkt, zodat wordt beslist als volgt.

De beslissing van de voorzitter

De voorzitter verklaart klager niet ontvankelijk in zijn klacht.