De bestreden reclame-uiting
Het betreft een advertentie op de website http://www.nti.nl van adverteerder. In deze advertentie staat dat men een gratis Victory Touchscreen mediaplayer ontvangt indien men zich voor 1 november 2008 bij adverteerder inschrijft voor een cursus of opleiding. Naast de foto van het desbetreffende apparaat staat onder meer: “t.w.v. € 89,95”.
De klacht
De nieuwwaarde van de in de advertentie genoemde mediaplayer is aanzienlijk lager dan het genoemde bedrag ad € 89,95. De werkelijke nieuwwaarde is ongeveer € 30,–. Dit blijkt uit een prijsvergelijking op internet met andere mediaplayers die een grotere geheugencapaciteit hebben maar toch minder kosten dan het apparaat waarmee wordt geadverteerd. Het in de advertentie genoemde bedrag is daarom misleidend.
Het verweer
Adverteerder legt een kopie van een contract over waarin de door de importeur gehanteerde waarde staat. Die bedraagt € 89,95. De in de advertentie genoemde waarde is volgens adverteerder exact gelijk aan de in het contract genoemde winkelwaarde.
De repliek
In het contract wordt een adviesprijs genoemd die niet algemeen gangbaar is.
De dupliek
De prijs die in de advertentie voor de mediaplayer wordt genoemd, is vastgesteld door de fabrikant. De fabrikant kent de juiste waarde van het apparaat.
Het oordeel van de Commissie
1. In de advertentie staat dat de mediaplayer een waarde heeft (“t.w.v.”) van € 89,95. Nu wordt verwezen naar de waarde van het apparaat en niet wordt vermeld dat het een adviesprijs is, zal naar het oordeel van de Commissie de gemiddelde consument die mededeling in deze zin opvatten, dat het genoemde bedrag overeenstemt met de prijs die men doorgaans voor dit apparaat dient te betalen, derhalve de winkelwaarde. Uit de door adverteerder overgelegde fotokopie van het contract met de importeur van de mediaplayer blijkt echter dat het bedrag ad € 89,95 niet de winkelwaarde van het apparaat is, maar de adviesprijs. Deze prijs kan verschillen van de winkelwaarde. In dat verband is van belang dat klager onweersproken heeft gesteld dat de winkelwaarde van mediaplayers van dezelfde fabrikant met een grotere geheugencapaciteit (2 tot 4 GB) lager is dan de adviesprijs van het onderhavige apparaat dat een geheugencapaciteit heeft van slechts 1 GB. De Commissie acht het daarom aannemelijk dat de winkelwaarde van de onderhavige mediaplayer beduidend lager is dan het in de advertentie genoemde bedrag ad € 89,95.
2. Aldus is onduidelijke informatie verstrekt over de prijs van het product als bedoeld onder d van artikel 8.2 Nederlandse Reclame Code (NRC) nieuw. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de reclame oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC (nieuw).
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het
bepaalde in artikel 7 NRC (nieuw). De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.