a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2009/00191

Datum:

13-10-2009

Uitspraak:

Gedeeltelijke vernietiging beslissing RCC

Product/dienst:

Overige

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden uitingen

 

Het betreft:

a.   de website www.bcc.nl, voor zover op deze website staat:

      –    “BCC garandeert de laagste prijs. Vindt u na uw aankoop bij BCC elders toch een  lagere prijs? U krijgt het verschil plus 25% van het verschil terug*.”,

      –     “Als onderdeel van KESA – een multinational met toonaangevende vestigingen in 9

            Euro­pese landen – koopt BCC zeer groot in, zodat u bij BCC altijd de laagste prijs  

            betaalt.” en

b.   borden in de BCC-winkels waarop onder meer staat: “Everyday low pricing”.

 

De klacht

 

Verweerder beweert de laagste prijs te garanderen, maar bepaalt zelf welke bedrijven voor de prijsvergelijking in aanmerking komen. De “laagste prijsgarantie” houdt daardoor in feite niets in. Er zijn bedrijven die een lagere prijs dan verweerder hanteren, maar die niet op de lijst staan van bedrijven die voor de prijsvergelijking in aanmerking komen. De reclame-uitin­gen zijn daarom misleidend.

 

Het verweer

 

Zowel op de website als in de BCC-winkels zijn de actievoorwaarden van verweerder bekend gemaakt. De concurrenten die voor de prijsvergelijking in aanmerking komen, hebben een ge­zamenlijk marktaandeel van ongeveer 60%. De eis dat het product van een van deze con­currenten afkomstig moet zijn, is noodzakelijk om een eerlijke concurrentie te waarbor­gen. Het gaat om concurrenten die een vergelijkbare service als verweerder verlenen en die een gelijkwaardig aanbod en assortiment hebben.

 

De repliek

 

Klager handhaaft zijn standpunt.

 

De mondelinge behandeling

 

Mr. Boukema voornoemd licht het verweer toe aan de hand van een notitie. Volgens ver­weerder richten de bezwaren van klager zich tegen een aanbod in plaats van tegen de aan­prijzing van het aanbod. Om die reden is de Commissie volgens verweerder niet be­voegd om over de klacht te oordelen. Voor het overige handhaaft verweerder zijn standpunt.

 

Het oordeel van de Commissie

 

a)  Uit de klacht blijkt naar het oordeel van de Commissie voldoende duidelijk dat deze is gericht tegen de hiervoor genoemde reclame-uitingen op de website van verweerder en in  de BCC-winkels. De Commissie is derhalve bevoegd om over de klacht te oordelen.

 

b)  Vaststaat dat dient te zijn voldaan aan een aantal voorwaarden om een beroep te kunnen doen op de laagste prijs­ga­rantie. Een van de voorwaarden is dat het pro­duct te koop wordt aangeboden door een concurrent van verweerder die op de door verweerder zelf samen­ge­stelde lijst staat. Het betreft hier naar het oordeel van de Com­missie een forse beperkende voorwaarde. In een dergelijk geval kan een verweerder er niet mee volstaan door middel  van een asterisk naar de beperkende voorwaarde te verwijzen. Verweerder had in plaats daarvan uit­drukke­lijk in de gewraakte passages van zijn website die­nen te vermelden dat de laagste prijsgaran­tie alleen kan worden ingeroepen indien het pro­duct te koop wordt aange­boden door een concurrent die op de hiervoor bedoelde lijst staat.

 

c)  Deze beperkende voorwaarde had ook in de win­kel duidelijk dienen te worden vermeld.  In dat verband is van belang dat de slogan “everyday low pricing” volgens verweerder dient te worden opgevat als een verwijzing naar de laagste prijsgarantie. Klager heeft gesteld dat in de BCC-winkels niet duidelijk op de hiervoor bedoelde beperkende voorwaarde wordt ge­wezen. Nu verweerder het tegendeel niet aannemelijk heeft gemaakt, is de klacht ook in zoverre gegrond.

 

d)  Blijkens het voorgaande is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel 

dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden zijn de ge­wraak­te uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

 

De beslissing

 

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de gewraakte reclame-uitingen in strijd met het be­paalde in artikel 7 NRC en beveelt zij verweerder aan om niet meer op een der­gelijke wijze reclame te maken.

 

College van Beroep:

De grieven

           

Deze kunnen als volgt worden samengevat.  

 

I.

De klacht richt zich niet zozeer tegen een reclame-uiting, als wel tegen het aanbod zelf.

BCC is het niet eens met het oordeel dat zij onvoldoende duidelijk maakt waaruit haar aanbod betreffende de laagste prijsgarantie bestaat.

Op haar website definieert BCC haar aanbod onder meer door te vermelden onder welke voorwaarden het aanbod van lage prijzen wordt gedaan. BCC vermeldt dat zij vergelijkt met vergelijkbare detailhandels: 27 concurrenten die ongeveer 60% van de markt van bruingoed en witgoed bedienen.

Bij klager is geen misverstand ontstaan over de aard van het aanbod. Hij schrijft, na bezoek aan de website van BCC, te hebben begrepen welke actievoorwaarden BCC hanteert. Hij vindt het aanbod niets voorstellen, omdat BCC alleen vergelijkt met vergelijkbare concurrenten en bijvoorbeeld niet met internetwinkels.

Omdat de actievoorwaarden op de website staan, is de actie niet misleidend. Van misleiding is sprake, indien de aanbieder de consument op het verkeerde been zet op het moment dat die de beslissing neemt over de aankoop van een goed of dienst. In dit geval is daar geen sprake van.

 

De Commissie vindt dat het aanbod “een forse beperkende voorwaarde” bevat en dat er niet mee kan worden volstaan door middel van een asterisk te verwijzen naar de beperkende voorwaarde. Een webpagina bevat naar zijn aard echter een beperkte ruimte om informatie te verschaffen. Het (laten) doorklikken naar volgende webpagina’s is een algemeen aanvaarde methode om via internet informatie te verschaffen. De op de website te vermelden informatie moet volledig beschikbaar zijn op het moment van aankoop.

 

II.

De Commissie meent -hoewel klager zijn klacht niet daartegen richt- dat BCC in de verkooppunten de (beperkende) voorwaarden van de campagne duidelijk bekend had moeten maken. BCC maakt er bezwaar tegen dat de Commissie dit aspect in de procedure heeft betrokken, net als de slogan “Everyday Low Pricing”.

 

III.

Er is geen sprake van een “te laat verstrekken van essentiële informatie” als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Geïntimeerde is heel goed in staat geweest om vast te stellen waaruit het aanbod

-dat hem niet beviel- bestond, zodat hij niet tot koop hoefde over te gaan. Voorts is geen essentiële informatie achtergehouden.        

 

Het antwoord in appel 

 

Het probleem is opgelost indien men de voorwaarde, dat alleen de prijzen van de door BCC geselecteerde collega-aanbieders in aanmerking komen, laat vervallen of anders de hele campagne beëindigt. 

 

De mondelinge behandeling

 

Het standpunt van BCC is nader toegelicht.

 

Wat betreft de twee pagina’s van de website, die in kopie aan de beslissing van de Commissie zijn gehecht, vraagt de voorzitter waarnaar de asterisk, vermeld op de eerste pagina onder het kopje “BCC garandeert de laagste prijs”, verwijst. Mr. Boukema kan het College ter zake niet informeren.  

 

Het oordeel van het College

 

1.

De grieven I en III lenen zich voor gezamenlijke behandeling.

 

2.

Naar tussen partijen vast staat en naar blijkt uit de als bijlage 2 bij de nadere toelichting van de klacht (bij brief van 9 februari 2009) overgelegde pagina van de website van BCC, is aan het aanbod “laagste prijs garantie” onder meer de voorwaarde verbonden dat alleen de prijzen van de door BCC geselecteerde collega-aanbieders voor vergelijking in aanmerking komen, van welke aanbieders op dezelfde pagina een overzicht staat.

Op de als bijlage 1 bij voornoemde toelichting overgelegde twee pagina’s van de website, welke pagina’s in kopie aan de beslissing van de Commissie zijn gehecht, en die voorwerp van de klacht zijn, staat onder meer:

“BCC  GARANDEERT DE LAAGSTE PRIJS

 Vindt u na aankoop bij BCC elders toch een lagere prijs?

 U krijgt het verschil plus 25% van het verschil terug*”

 

respectievelijk

 

“Als onderdeel van KESA (…) koopt BCC zeer groot in, zodat u bij BCC altijd de laagste prijs betaalt”. 

 

BCC heeft ter vergadering geen uitsluitsel kunnen geven over hetgeen waarnaar de asterisk achter het woord “terug” verwijst.    

 

Naar het oordeel van het College is de wijze waarop BCC in de hiervoor aangehaalde tekst mededeling doet over “de laagste prijs” te absoluut en gelet hierop deelt het College het oordeel van de Commissie dat sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 onder c NRC. Waar zonder duidelijk kenbaar gemaakt voorbehoud wordt gesproken over “garandeert de laagste prijs” en “altijd de laagste prijs”, terwijl het gaat om een prijsvergelijking met slechts een deel van de aanbieders van de desbetreffende producten, kan gemakkelijk de onjuiste indruk ontstaan dat BCC in alle gevallen de laagste prijs aanbiedt.

Nu de onderhavige verwijzing naar “de laagste prijs” de gemiddelde consument ertoe zou kunnen brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, acht het College de website www.bcc.nl, voor zover de hiervoor aangehaalde tekst daarop voorkomt, misleidend als bedoeld in artikel 8.3 NRC en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Aan dit oordeel doet niet af dat de voorwaarden verbonden aan “de laagste prijsgarantie” elders op de website zijn vermeld. 

 

3.

Met betrekking tot grief II overweegt het College het volgende.

 

Bij brief van 31 maart 2009 is namens de Commissie aan de klager (thans geïntimeerde) voor zover hier van belang meegedeeld:

“Gelet op uw reactie op onze vragen zal de Commissie zich beperken tot beoordeling van de uiting die op internet is verschenen”. Een kopie van deze brief is gezonden aan mr. Boukema.

 

Uit de beslissing van de Commissie valt niet op te maken waarom de Commissie ondanks de inhoud van deze brief heeft geoordeeld over borden in de BCC-winkels. 

 

Naar het oordeel van het College had de Commissie zich, gezien de inhoud van de brief van 31 maart 2009, dienen te onthouden van een oordeel over een andere uiting dan de uiting op internet.

 

4.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.  

 

De beslissing

 

Het College:

–          bevestigt de beslissing van de Commissie, doch uitsluitend voor zover zij de website www.bcc.nl -voor zover

      daarop de in onderdeel 5.2 hiervoor aangehaalde tekst voorkomt- in strijd met artikel 7 NRC heeft bevonden en

–          vernietigt de beslissing van de Commissie, voor zover zij borden in de BCC-winkels heeft beoordeeld.    

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken