a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Reizen en toerisme

Dossiernr:

2011/00073

Datum:

09-06-2011

Uitspraak:

CVB Aanbeveling Bevestigd (=Aanbeveling)

Product/dienst:

Reizen en toerisme

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft de website www.ryanair.com van adverteerder, waarop vliegreizen naar verschillende bestemmingen kunnen worden geboekt.

 

De klacht

 

De klacht luidt – kort samengevat – als volgt.

 

Adverteerder hanteert een toeslag op de ticketprijs, te weten de administratiekosten, die door de klant feitelijk niet is vermijden. Adverteerder suggereert dat sprake is van optionele kosten. De kosten zijn echter slechts te vermijden met een betaalmethode waarover vrijwel geen enkele Nederlander beschikt en welke niet bij Nederlandse bedrijven is te verkrijgen. De administratiekosten bedragen tot 80% van de ticketprijs en staan niet in verhouding tot de werkelijke kosten. Klaagster stelt te hebben aangetoond dat de ‘goedkoopste ticketprijzen’ waarmee wordt geadverteerd aldus volstrekt onrealistisch zijn. Zij concludeert dat adverteerder de prijs bij wijze van lokkertje laag houdt, doch later in het boekingsproces forse onvermijdbare kosten toevoegt. Het voorgaande acht klaagster in strijd met artikel III sub 1 van de Reclamcode Reisaanbiedingen (RR).

 

Verweer

 

De klacht wordt gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang voor de beslissing wordt in het oordeel op het verweer teruggekomen.

 

De re- en dupliek

 

Klaagster en adverteerder blijven bij hun standpunt en lichten dit nader toe. Voor zover van belang voor de beslissing wordt hierop in het oordeel nader ingegaan.

 

Het oordeel van de Commissie

 

Ingevolge artikel III onder 1 RR dienen aanbieders hun prijzen die­nen te publiceren inclusief de hun op het moment van publicatie bekende vaste onvermijdbare kosten die voor de aangeboden diensten aan de aanbieder moeten worden betaald.

 

Uit de door klaagster overgelegde uitdraai van de webpagina waarop de ‘Geconsolideerde toeslagen’ worden vermeld, blijkt dat, bovenop het tarief waarmee wordt geadverteerd, onder meer € 5,- in rekening wordt gebracht voor ‘administratiekosten’. Bij deze kosten staat de volgende toelichting:

 

Administratiekosten
Per passagier per enkele vlucht. Dit tarief heeft betrekking op kosten in verband met het Ryanair boekingssysteem.

 

Ryanair zal geen administratiekosten berekenen aan de houders van een MasterCard Prepaid Debit Card.”

 

Aldus wordt te allen tijde, tenzij men over de in de toelichting genoemde MasterCard Prepaid Debit Card beschikt, per enkele vlucht en per persoon een vast bedrag in rekening gebracht (in het voorbeeld wordt per persoon per enkele vlucht € 5,- berekend).

 

De Commissie oordeelt niet over de redelijkheid van de hoogte van de tarieven.

 

Klaagsters stelling dat de genoemde MasterCard in Nederland nauwelijks wordt gebruikt, is door adverteerder betwist. Zij noemt verschillende websites van bedrijven waarop informatie is te vinden over de beschikbaarheid van de Card. Deze informatie is echter niet te vinden in de gewraakte reclame-uiting. Adverteerder heeft evenmin duidelijk gemaakt welke kosten aan deze Card zijn verbonden. Aldus is naar het oordeel van de Commissie onvoldoende komen vaststaan dat sprake is van een zuivere optionele kostenpost die in de tarieven onvermeld mocht blijven.

 

Gelet op het voorgaande en nu deze kosten niet zijn inbegrepen bij de in de gewraakte uiting vermelde tarieven heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel III onder 1 RR.

 

De beslissing van de Commissie van 6 april 2011

 

Gelet op het voorgaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel III sub 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

 

Het College van Beroep

 

De grieven

 

Het College vat deze als volgt samen.

 

Grief 1

Het is oneerlijk en onacceptabel dat de correspondentie in het Nederlands is ge­voerd. Ryanair wordt een eerlijk proces ontzegd, nu zij pas twee dagen voor de afloop van de appeltermijn de (verkorte) vertaling van de beslissing ontving.

 

Grief 2

De reclame-uiting is niet in strijd met artikel III sub 1 van de Reclamecode Reis­aanbiedingen (RR). Alle tarieven waarmee Ryanair adverteert, zijn inclusief alle onver­mij­delijke bijkomende kosten.

 

Grief 3

In dossier 1553/07.0689 is reeds beslist dat de “administration fee” van Ryanair optioneel is en dat de advertenties van Ryanair volledig voldoen aan de Recla­me­code Reisaanbiedingen. De Commissie kan deze uitspraak niet negeren en een daarmee tegenstrijdige uitspraak doen.

 

Grief 4

De suggestie van de Commissie aan Ryanair om in advertenties informatie te ge­ven over de verkrijgbaarheid van de MasterCard Prepaid Debit card is absurd. Op grond van de Europese regelgeving en de Nederlandse Reclame Code hoeft Ryanair niet een bepaalde wijze van betalen aan­ te raden.

 

Het antwoord in appel

 

De grieven zijn gemotiveerd weersproken.

 

Het oordeel van het College

 

1. Ryanair stelt ten onrechte dat alle correspondentie in de Nederlandse taal is gevoerd. Uit het dossier in eerste aanleg blijkt immers dat de correspondentie met Ryanair voor een belangrijk deel in de Engelse taal is gevoerd. Overigens be­staat

in een procedure als de onderhavige geen verplichting om de correspondentie met een buitenlandse adverteerder in een andere taal dan het Nederlands te voeren. Van een adverteerder die in het Nederlands adverteert, kan bovendien worden ge­vergd dat zij zelf zorgt voor een adequate vertaling van de stukken die zij in ver­band met een klacht tegen haar reclame-uiting(en) ontvangt. Dit onderdeel van het for­me­le verweer treft derhalve geen doel. Hetzelfde geldt voor het betoog van Ryan­air dat zij niet tijdig een vertaalde samenvatting van de beslissing van de Commissie heeft ontvangen. Ook in zoverre kon van Ryanair worden gevergd dat zij zelf tijdig voor een adequate vertaling zou zorgen. Grief 1 treft derhalve geen doel.

 

2. De grieven 2, 3 en 4 lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Bij deze grie­ven staat de vraag centraal of Ryanair heeft voldaan aan de verplichting van het bepaal­de onder III sub 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR), dat in de prijzen in re­cla­me-uitingen alle op het moment van publicatie bekende vaste on­ver­mijdbare kosten zijn inbegrepen. In het onderhavige geval gaat het in het bijzon­der om de ad­mini­stratiekos­ten in verband met de (wijze van) betaling. Vast staat in dit verband dat Ryanair voor elke wijze van betaling kosten in rekening brengt, met uit­zondering van de betaling die plaats­vindt met een MasterCard Prepaid Debit Card. Het College begrijpt het standpunt van Ryanair aldus, dat nu niet in alle gevallen de betaling administra­tiekosten in rekening wor­den gebracht, deze kosten geen vaste onver­mijd­bare kos­ten zijn als bedoeld in het bepaalde onder III sub 1 RR. ANVR stelt echter dat de toe­slag die Ryanair op de ticketprijs in reke­ning brengt, vrijwel niet te vermijden is, nu uitsluitend bij een betaal­methode (Mas­ter­Card Prepaid Debit Card) waarover vrijwel geen Nederlander be­schikt en waar­van de verkrijgbaarheid en kosten voor de klant onduidelijk en onbe­kend zijn, geen toeslag wordt berekend. ANVR hand­haaft daar­mee de stellingen waarop haar klacht is gebaseerd.  

 

3. Ryanair heeft in eerste aanleg gesteld dat wereldwijd 20 miljoen reizigers (ken­ne­lijk door gebruik te maken van de MasterCard Prepaid Debit Card) geen admini­stratie­kos­ten hoefden te betalen. Daarmee is niet gegeven dat ook de Nederlandse reiziger inmiddels van dit betaalmiddel gebruik maakt. Ryanair heeft haar stelling in eerste aanleg dat inmiddels duizenden Neder­lan­ders met behulp van de Master­Card Prepaid Debit Card een vlucht boeken, op geen en­kele wijze onder­bouwd. Deze stelling is daarom terecht door de Commissie ge­pas­­seerd. Ryanair heeft ook in beroep niet onderbouwd dat de MasterCard Pre­paid Debit Card in Nederland inmiddels als een gangbaar betaalmiddel kan worden be­schouwd, zodat dit niet aannemelijk is geworden. Evenmin is aannemelijk geworden dat de Nederlandse reiziger gemakkelijk over infor­ma­­tie kan be­schik­ken met betrek­king tot de verkrijg­baarheid en de kosten van dit specifieke be­taalmiddel. Weliswaar is het mogelijk om op internet te zoeken naar deze aspec­ten, maar ANVR heeft in eerste aanleg gesteld dat op de door Ryanair ge­noemde website www. travelex.coml geen informatie staat over de MasterCard Prepaid Debit Card, terwijl op de andere door Ryanair genoemde website www.cashpassport.com niet staat wat de aanschaf­kosten van de kaart zijn. Ryanair heeft ook in beroep deze stellingen niet kunnen weerleggen. Niet gesteld of gebleken is dat men via een zoekopdracht op internet websites vindt die op dit punt meer informatie bieden.

 

4. Wel blijkt uit de website www.cashpassport.com en uit de stellingen van Ryan­air dat in Nederland de Master­Card Prepaid Debit Card bij 50 “GWK Tra­velex-vesti­gingen” ver­krijgbaar is. Tevens blijkt echter uit die informatie dat men deze ves­tigin­gen ook dient te bezoeken voor elke keer dat men de kaart wenst te “herladen”, waaraan bovendien niet nader ge­spe­cifi­ceerde kosten zijn verbon­den. Het College is op grond daarvan van oor­deel dat aan het gebruik van de Mas­ter­Card Prepaid Debit Card dusdanige beper­kin­gen zijn ver­bonden, dat niet te ver­wach­ten valt dat deze Card op korte termijn alsnog een gangbaar betaal­middel zal worden in Neder­land. Evenmin is om dezelfde reden te verwachten dat reizigers zullen kiezen voor de MasterCard Prepaid Debit Card ten­einde daarmee boekingen met Ryanair te betalen. Niet kan worden uit­gesloten bo­vendien dat de kosten van het gebruik van dit betaalmiddel en de kos­ten van het herladen dus­danig hoog zijn, dat deze, nog los van het feit dat men voor het herla­den steeds naar een vestiging van GWK Travelex dient te gaan, niet opwegen te­gen het voor­deel dat men heeft doordat men bij een boeking met Ryanair € 5,– ad­mi­nistratie­kos­ten bespaart.

 

5. Op grond van het voorgaande is het College van oordeel dat de MasterCard Pre­paid Debit Card voor de Nederlandse reiziger geen reëel alternatief vormt voor de betaalvormen waarbij men bij het boeken van een vlucht met Ryanair admini­stra­­­tie­kosten verschuldigd is. Aldus is in feite sprake van vaste onvermijdbare kos­ten. Te­recht stelt ANVR dat Ryanair deze kosten voor wat betreft de op Nederland gerichte uitingen reeds in de geadverteerde prijs had die­nen op te nemen. Ryanair heeft dit nagelaten. Het College onder­schrijft het oordeel van de Commissie dat Ryan­air daardoor in strijd met het bepaalde onder III sub ! RR heeft gehandeld. De grieven 2, 3 en 4 treffen derhalve geen doel, ook niet voor zover Ryanair naar ande­re be­slissingen van de Commissie verwijst. Niet gesteld of ge­bleken is immers dat in die beslissingen over identieke klachten is geoordeeld.

 

6. Derhalve wordt beslist als volgt.

 

De beslissing

 

Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken