a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Reizen en toerisme

Dossiernr:

2015/00648 - CVB

Datum:

13-10-2015

Uitspraak:

CVB Aanbeveling Bevestigd (met wijziging gronden) (= Aanbeveling)

Product/dienst:

Reizen en toerisme

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale marketing communicatie

Het College van Beroep [13 oktober 2015]

De grieven

Deze worden door het College als volgt weergegeven.

Grief 1

Deze grief bestrijdt in het bijzonder het oordeel van de Commissie ten aanzien van de toeristenbelasting. Center Parcs stelt daartoe het volgende. Indien men de pagina van de website bekijkt waarop een consument belandt indien men een boeking wil maken (de zogenaamde boekingstool op http:/www.centerparcs.nll-nl/ search) ziet men dat prijzen worden geadverteerd voor een bepaald verblijf. Bij deze prijzen is altijd de volgende zin in één oogopslag zichtbaar: “De prijs van een verblijf is exclusief de reserveringskosten (EUR 29,50 per boeking), verplichte bedlinnen pakketten bij boeking van een comfort cottage in Nederland, België en Duitsland (EUR 7,25 per persoon) en toeristenbelasting en heffingen.” De verschuldigde toeristenbelasting en heffingen zijn variabele onvermijdbare kosten die pas na het invoeren van een aantal parameters kunnen worden bepaald. Deze parameters zijn de keuze uit één van de 21 parken, het aantal personen en de duur van het verblijf. Nadat de consument zijn keuze voor deze parameters heeft gemaakt, toont de boekingstool de verschuldigde toeristenbelasting en heffingen. Tot dat moment is in elke stap van de boekingstool duidelijk zichtbaar voor de consument dat de geadverteerde prijs exclusief toeristenbelasting en heffingen is. Center Parcs voldoet daarmee aan de verplichtingen zoals genoemd in artikel 6:193e, aanhef en sub c, BW. Het door Center Parcs gevoerde beleid ten aanzien van de toeristenbelasting en heffingen is afgestemd met de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Center Parcs verwijst naar een instructie van de ACM die volgens haar inhoudt dat duidelijk vooraf moet worden vermeld dat er variabele kosten zijn, en dat die kosten moeten worden toegevoegd aan de aangeboden prijs zodra de bepalende parameters bekend zijn. Center Parcs stelt dat zij aan deze instructie voldoet en hierop ook controle door de ACM heeft plaatsgevonden, hetgeen niet heeft geleid tot een waarschuwing. Center Parcs mag om die reden er van uitgaan dat zij op deze wijze aansluit bij de geldende wetgeving. Center Parcs benadrukt daarbij dat het door haar gevoerde prijsbeleid door veel aanbieders in de reisbranche wordt toegepast. Het zou vanuit praktisch oogpunt onhaalbaar zijn om altijd in één oogopslag tegelijk met de prijs te vermelden wat de toepasselijke toeristenbelasting is per persoon per nacht voor alle 21 Center Parcs parken. Een dergelijke additionele verplichting zou verder gaan dan de door de ACM afgegeven instructie en zou tevens leiden tot een benadeling van de marktpositie van Center Parcs en zodoende tot oneerlijke concurrentie.

Grief 2

Met deze grief bestrijdt Center Parcs in het bijzonder het oordeel van de Commissie ten aanzien van de heffingen. De Commissie heeft volgens Center Parcs ten onrechte geoordeeld dat ten aanzien van de heffingen sprake zou zijn van vaste onvermijdbare kosten. Deze kosten zijn per persoon verschuldigd en kunnen daarom niet in de geadverteerde prijs worden opgenomen. Het betreft volgens Center Parcs variabele onvermijdbare kosten. Het niet verdisconteren van heffingen in de huurprijs van een cottage is volgens Center Parcs in het voordeel van de consument in de situatie dat deze met minder personen in de accommodatie verblijft dan waarvoor deze slaapgelegenheid biedt. Consumenten worden in één oogopslag, duidelijk zichtbaar en aan het begin van de boeking, op de hoogte gesteld van het feit dat de heffingen additioneel in rekening worden gebracht. De heffingen dienen overeenkomstig de instructie van de ACM in de geadverteerde huurprijs inbegrepen te zijn zodra de consument heeft vermeld met hoeveel personen hij reist. De hoogte van de heffingen wordt, voorafgaand aan de boeking, duidelijk gemaakt zodra de bepalende parameters zijn ingevoerd. Center Parcs benadrukt dat het additioneel in rekening brengen van lokale heffingen door veel aanbieders in de reisbranche wordt toegepast. Het opleggen van de verplichting om de heffingen op te nemen in de huurprijs zou verder gaan dan de door ACM afgegeven instructie en zou tevens leiden tot benadeling van de marktpositie van Center Parcs en zodoende tot oneerlijke concurrentie.

Subsidiair

Indien de beslissing van de Commissie in stand blijft, wenst Center Parcs te vernemen op welke wijze zij bij de geadverteerde prijs melding dient te maken van de verschuldigde toeristenbelasting en heffingen. Tevens verzoekt zij de verplichting om de verplichting om verschuldigde toeristenbelasting inzichtelijk te maken en de heffingen te verdisconteren in de prijs, geldend te maken voor de hele reisbranche.

 

De mondelinge behandeling

[Naam] licht het standpunt van Center Parcs toe mede aan de hand van een overgelegde spreeknotitie. In aanvulling hierop wordt namens Center Parcs aangevoerd dat de Commissie klager niet ontvankelijk in zijn klacht had dienen te verklaren, nu Recron, waarbij Center Parcs is aangesloten, geen deelnemende brancheorganisatie is bij de Reclamecode Reisaanbiedingen. In dit geval gelden volgens Center Parcs uitsluitend de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en de door Center Parcs bij grief 1 gestelde instructie van de ACM. Ten aanzien van de heffingen wordt door Center Parcs meegedeeld dat dit een verzamelpost is waarin diverse lasten zijn verdisconteerd, zoals onroerende zaak belasting, regionale energiebelasting en zuiveringsheffing. Deze kosten worden door haar op basis van bepaalde aannames en keuzes herberekend tot een bepaald bedrag per persoon per nacht en aldus omgeslagen over klanten die een accommodatie boeken bij Center Parcs.

 

Het oordeel van het College

1. Het College deelt niet het standpunt van Center Parcs dat klager niet ontvankelijk is in de inleidende klacht. De Commissie en het College mogen reclame-uitingen en uitnodigingen tot aankoop gericht op de Nederlandse markt betreffende reisdiensten toetsen aan de Reclamecode Reisaanbiedingen. Dat Center Parcs is aangesloten bij een brancheorganisatie die zelf geen deelnemende brancheorganisatie is bij bedoelde reclamecode, staat aan deze toetsing niet in de weg. Op grond van de statuten van de Stichting Reclame Code en het reglement betreffende de werkwijze van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, achten de Commissie en het College zich bevoegd kennis te nemen van klachten ingediend tegen reclame-uitingen waarop een bijzondere reclamecode van toepassing is, ook als de betrokken adverteerder niet direct of indirect bij (de totstandkoming van) die bijzondere reclamecode betrokken is (geweest). De hierna in punt 7 te noemen beleidsregel van de ACM doet aan deze bevoegdheid evenmin af.

2. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Deze grieven betreffen uitsluitend het oordeel van de Commissie ten aanzien van de toeristenbelasting en de heffingen als aan de orde in de door de Commissie met B aangeduide reclame-uiting. Het College merkt op dat geen grief is gericht tegen de interpretatie door de Commissie van het gedeelte van de inleidende klacht dat in beroep aan de orde is. In beroep dient dan ook te worden beoordeeld of de Commissie terecht heeft geoordeeld dat de vermelding van de toeristenbelasting en heffingen niet voldoet aan de eisen van artikel III sub 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) 2014 in verbinding met artikel 8.4 sub i van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

3. Het College ziet in de uiting die als bijlage 2 aan de beslissing van de Commissie is gehecht geen prijzen voor accommodaties staan. Het College begrijpt evenwel dat bij een weergave op het scherm de accommodaties van verschillende parken met bijbehorende prijzen per accommodatie worden getoond in combinatie met de mogelijkheid verder te zoeken. In de als bijlage 3 aan de beslissing van de Commissie gehechte uiting gaat het om de situatie dat de consument zijn keuze voor een park reeds heeft gemaakt. Hier worden uitsluitend de prijzen van de accommodaties van het gekozen park getoond. Beide uitingen maken, naar niet in geschil is, onderdeel uit van de “boekingstool” van Center Parcs. De Commissie heeft ten aanzien van beide uitingen geoordeeld dat sprake is van een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand. Het College onderschrijft dit oordeel. Het gaat immers om een “boekingstool” waarbij te boeken accommodaties met bijbehorende prijzen worden getoond. Het boekingsproces verloopt via internet. Het College verwijst voor de toepasselijke regelgeving waaraan in dit geval dient te worden getoetst naar artikel IV sub 1 RR 2014 in combinatie met artikel III sub 1 RR 2014, welke artikelen in samenhang met artikel 8.4 sub i NRC dienen te worden uitgelegd.

4. Ten aanzien van de toeristenbelasting is niet in geschil dat het variabele onvermijdbare kosten betreft. Het is niet mogelijk deze kosten op voorhand te berekenen en in de prijzen van de accommodaties op te nemen. Deze kosten zijn per persoon per dag verschuldigd op grond van lokale verordeningen. De hoogte van de toeristenbelasting kan per park variëren, afhankelijk van hetgeen in de toepasselijke lokale verordening is bepaald. De toeristenbelasting kent derhalve in het algemeen drie variabelen, te weten het gekozen park (waardoor wordt bepaald welke lokale verordening van toepassing is), het aantal personen en de duur van het verblijf. Ook kan de toeristenbelasting per jaar waarop de boeking betrekking heeft, verschillen, afhankelijk van wijzigingen in de lokale verordeningen. Center Parcs stelt dat daarnaast nog afzonderlijke variabelen gelden doordat kinderen geen of minder toeristenbelasting zijn verschuldigd. Zij heeft deze laatste stelling niet gestaafd, maar de juistheid ervan kan, gelet op het voorgaande, in het midden blijven.

5.  In de situatie dat een accommodatie met bijbehorende prijs wordt getoond, is een aanbieder naar het oordeel van het College op grond van de in punt 3 weergegeven regelgeving verplicht informatie te geven over de hoogte van de toeristenbelasting. In zoverre bestaat geen relevant verschil met de andere, deels variabele, onvermijdbare kosten die Center Parcs wel noemt met bijbehorend bedrag, te weten de reserveringskosten ad € 29,50 per boeking en de verplichte bedlinnenpakketten bij boeking van een Comfort Cottage ad € 7,25 per persoon. Dat de toeristenbelasting diverse variabelen kent, doet aan deze verplichting niet af. Center Parcs kon in dit verband niet volstaan met de enkele mededeling dat de getoonde prijzen exclusief toeristenbelasting zijn. Zij had de consument in de uitingen die als bijlage 2 en 3 aan de beslissing van de Commissie zijn gehecht reeds dienen te informeren over de hoogte van die belasting, eventueel door middel van een duidelijk herkenbare verwijzing bij de prijzen naar informatie over de hoogte van de toeristenbelasting en de wijze waarop deze met inachtneming van variabelen berekend wordt. Hieruit volgt overigens ook dat het College niet het standpunt van Center Parcs deelt dat het uit praktisch oogpunt onhaalbaar is om de consument over deze aspecten te informeren. Indien prijzen van een specifieke accommodatie voor een bepaalde periode worden getoond, is immers duidelijk welke lokale verordening van toepassing is en welk bedrag, naar de op dat moment bekende tarieven, dientengevolge aan toeristenbelasting zal zijn verschuldigd. De hoogte van de toeristenbelasting zoals vastgesteld bij deze verordeningen, kan in de toekomst wijzigen, maar dat neemt niet weg dat Center Parcs op de hiervoor bedoelde wijze informatie kan en dient te verschaffen over de op het moment van boeking per park geldende, door haar aan de klant in rekening te brengen toeristenbelasting. Center Parcs heeft dit nagelaten. Het College acht bijlage 2 en 3 bij de beslissing van de Commissie op grond van het voorgaande in strijd met artikel IV sub 1 RR 2014 in verbinding met artikel III sub 1 RR 2014 en artikel 8.4 sub i NRC.

6. Ten aanzien van de heffingen heeft de Commissie geoordeeld dat sprake is van vaste onvermijdbare kosten die in de geadverteerde prijzen van de accommodaties inbegrepen dienen te zijn. Center Parcs heeft in beroep de samenstelling, de berekening en de wijze van doorberekening van lokale heffingen en lokale kosten toegelicht. Naar het oordeel van het College heeft Center Parcs daarbij voldoende onderbouwd dat geen aanleiding bestaat om ten aanzien van de heffingen anders te oordelen dan ten aanzien van toeristenbelasting. Ook de heffingen zijn te beschouwen als lokale lasten en deze lasten kunnen, naar Center Parcs voldoende heeft toegelicht, globaal worden herberekend tot een bepaald bedrag per persoon per nacht. Het College acht het toelaatbaar deze kosten op die basis te vermelden. Anders dan de Commissie is het College derhalve van oordeel dat de heffingen als variabele onvermijdbare kosten dienen te worden beschouwd in plaats van vaste onvermijdbare kosten. Dit oordeel kan Center Parcs echter niet baten, nu in de onderhavige uitingen zoals opgenomen in bijlage 2 en 3 bij de beslissing van de Commissie, geen informatie wordt gegeven over de hoogte van de heffingen. Hetgeen onder 4.5 is vermeld, is hier van overeenkomstige toepassing. Center Parcs had de hoogte van de heffingen dus afzonderlijk dienen te vermelden bij de prijzen van de accommodaties, of eventueel in de uitingen bij die prijzen een duidelijk herkenbare verwijzing dienen op te nemen naar informatie over de hoogte van de heffingen en de wijze van samenstelling daarvan.

7. Ten aanzien van de stelling van Center Parcs dat zij handelt in overeenstemming met beleid van de ACM, overweegt het College dat het hier blijkbaar in het bijzonder gaat om een beleidsregel zoals samengevat in een zin in een e-mail van 4 september 2013 van de ACM, welke zin kennelijk is bedoeld als antwoord op een vraag van Recron. Deze zin luidt als volgt: “Voor zover er variabele kosten zijn moet dit duidelijk vooraf genoemd zijn (per item en eenheid) en toegevoegd worden aan de aangeboden prijs zodra de bepalende parameter bekend is.” Het College leest in deze mededeling niet dat de ACM van oordeel is dat in een situatie als aan de orde (in de uitingen) in bijlage 2 en 3 bij de beslissing van de Commissie, waarin specifieke accommodaties worden aangeboden en de bijbehorende prijzen worden genoemd, geen verplichting zou bestaan de consument tegelijk te informeren over de hoogte van toeristenbelasting en de hoogte van de heffingen.

8. Voor zover Center Parcs stelt dat het opleggen van de verplichting om de heffingen op te nemen in de prijs van de accommodaties zou leiden tot benadeling van haar marktpositie en zodoende tot oneerlijke concurrentie, merkt het College dat het in dit geval niet gaat om het opnemen van de heffingen in de prijs, maar om de vermelding van deze variabele onvermijdbare kosten bij de prijzen van de specifieke accommodaties. Niet valt in te zien dat Center Parcs in wezenlijke mate wordt benadeeld indien zij de toeristenbelasting en heffingen zodanig dient weer te geven dat de consument in het stadium van de boeking als aan de orde in de onderhavige uitingen zoals opgenomen in bijlage 2 en 3 bij de beslissing van de Commissie, over deze kosten wordt geïnformeerd op de wijze zoals bedoeld onder punt 5 van deze beslissing.

9.  Aan de wens van Center Parcs om te vernemen op welke wijze zij bij de geadverteerde prijs melding dient te maken van toeristenbelasting en heffingen, kan het College niet voldoen. Het behoort niet tot de taak van het College aanwijzingen te geven over de wijze waarop deze informatie in het onderhavige geval dient te worden verstrekt.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

 

De beslissing van het College van Beroep

Het College bevestigt de beslissing van de Commissie, voor zover in beroep aan de orde, met enige wijziging van gronden voor zover het betreft het oordeel van de Commissie ten aanzien van de heffingen en met dien verstande dat het College de uitingen die als bijlage 2 en 3 aan de beslissing van de Commissie zijn gehecht in strijd acht met artikel IV sub 1 RR 2014 in verbinding met artikel III sub 1 RR 2014 en artikel 8.4 sub i NRC.

 

[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]

De Reclame Code Commissie [15 juli 2015]

De bestreden reclame-uitingen

Het betreft de volgende uitingen:
de (on-line) Center Parcs brochure 2015 #goodtimes.
de boekingstool op de website www.centerparcs.nl (http://www.centerparcs.nll-nl/search).

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat. Klager heeft twee cottages geboekt op adverteerders park De Huttenheugte. Blijkens de (door klager overgelegde) boekingsbevestiging is een bedrag van € 91,80 in rekening gebracht voor “toeristenbelasting en heffingen”. In de brochure en op de boekingssite wordt voorafgaand aan de reservering niet duidelijk gemaakt waaruit de “heffingen” bestaan en wat de hoogte van de toeristenbelasting en de heffingen is. Er wordt slechts in het algemeen meegedeeld “De prijs van een verblijf is exclusief (…) toeristenbelasting en heffingen”. Klager meent dat ten onrechte onder de noemer ‘toeristenbelasting en heffingen’ lokale lasten in rekening worden gebracht die niets met toeristenbelasting te maken hebben. Andere kosten dan de toeristenbelasting moeten in de geadverteerde prijs worden meegenomen en niet via de toeristenbelasting worden verrekend. Volgens klager is sprake van strijd met de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) 2014.

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat. In de brochure (uiting A) wordt een overzicht gegeven van de verblijfsmogelijkheden bij Center Parcs, maar worden geen prijzen geadverteerd. Achterin de brochure zijn de Algemene Voorwaarden opgenomen. In artikel 5 van deze voorwaarden staat dat in de prijs van een cottage “toeristenbelasting en heffingen” niet zijn inbegrepen. Artikel 6b luidt vervolgens: “De prijzen van de cottagehuur zijn exclusief toeristenbelasting en heffingen. De hoogte hiervan is afhankelijk van de gemeente waarin het park ligt. Voor de vaststelling van het aantal personen per boekingsperiode geldt het maximaal aantal personen dat tenminste één nacht in de cottage verblijft.(…)”.

Op de pagina op de website waar een verblijf kan worden geboekt (de boekingstool, uiting B) worden prijzen geadverteerd voor een bepaald verblijf. Adverteerder legt kopieën over van de verschillende stappen in de (ten tijde van de klacht gehanteerde) boekingstool. Bij de prijzen is in één oogopslag de volgende zin zichtbaar: “De prijs van een verblijf is exclusief de reserveringskosten (EUR 29,50 per boeking), verplichte bedlinnen pakketten bij boeking van een comfort cottage in Nederland, België en Duitsland (EUR 7,25 per persoon) en toeristenbelasting en heffingen.”

Deze variabele onvermijdbare kosten zijn pas na het invoeren door de consument van een aantal parameters te bepalen. Zodra een keuze is gemaakt voor een bepaald verblijf (park, aantal personen en duur verblijf) toont de boekingstool de verschuldigde toeristenbelasting en heffingen. Artikel 6:193a-j van het Burgerlijk Wetboek (BW) is de hier toepasselijke wetgeving, waarbij adverteerder opmerkt dat de branchevereniging van Center Parcs, RECRON, niet aangesloten is bij de Reclamecode Reisaanbiedingen. Omdat in de boekingstool, totdat de hoogte van de verschuldigde toeristenbelasting en heffingen bekend wordt, duidelijk kenbaar wordt gemaakt dat de geadverteerde prijs exclusief toeristenbelasting en heffingen is, voldoet de boekingstool aan de voor een prijsvermelding in een uitnodiging tot aankoop geldende verplichtingen die zijn genoemd in artikel 6:193e sub c BW. Van misleiding is daarom geen sprake.

Klager heeft voorts aangevoerd dat alleen de door de betreffende gemeente gehanteerde toeristenbelasting in rekening gebracht kan worden bij de consument. Zoals hiervoor aangetoond maakt Center Parcs duidelijk kenbaar dat de geadverteerde prijs niet alleen exclusief toeristenbelasting is, maar ook exclusief heffingen. Center Parcs brengt naast de toeristenbelasting andere heffingen in rekening die van overheidswege aan Center Parcs worden opgelegd en hoofdelijk per bezoeker worden omgeslagen. Conform de instructie van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) moeten deze heffingen per persoon in de prijs worden inbegrepen zodra de consument heeft meegedeeld met hoeveel personen hij reist. In de boekingstool van Center Parcs wordt de hoogte van de heffingen duidelijk zodra de consument een keuze heeft gemaakt voor een verblijf (park, duur verblijf en aantal personen). Ook hier is van misleiding geen sprake.

 

Het oordeel van de Commissie

1) De Commissie stelt voorop dat zij de bestreden reclame-uitingen toetst aan de Reclamecode Reisaanbiedingen 2014, welke code krachtens artikel I sub 1 RR van toepassing is op reclame-uitingen en uitnodigingen tot aankoop gericht op de Nederlandse markt betreffende reisdiensten. Voor toepasselijkheid van de RR op reclame-uitingen van Center Parcs is de aansluiting van Center Parcs bij of vertegenwoordiging door een van de deelnemende brancheorganisaties niet van belang. Het staat de Commissie vrij in het kader van de in de RR neergelegde zelfreguleringsregels haar mening te geven over aan haar voorgelegde reclame-uitingen betreffende reisdiensten.

2) De Commissie vat de klacht aldus op dat klager de brochure en de boekingssite van Center Parcs in strijd acht met de RR 2014 voor zover het de prijsvermelding van toeristenbelasting en heffingen betreft.

3) Krachtens artikel III sub 1 RR zijn aanbieders van reisdiensten gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen en dienen zij hun prijzen, al of niet gespecificeerd, te publiceren inclusief de hen op het moment van publicatie bekende vaste onvermijdbare (= bijkomende onlosmakelijk aan de dienst verbonden) kosten die voor de aangeboden diensten moeten worden betaald. Ten aanzien van onvermijdbare kosten waarvan de hoogte niet vooraf kan worden berekend omdat deze afhankelijk is van bepaalde keuzes van de consument, dient in de reclame-uiting direct naast of onder de geadverteerde prijs op transparante wijze te worden gespecificeerd welke bijkomende kosten per boeking er zijn en wat de hoogte daarvan is of, indien de hoogte niet vooraf kan worden weergegeven, hoe de consument de hoogte van die kosten kan berekenen.

In geval van een uitnodiging tot aankoop moeten op grond van artikel IV lid 1 RR op dezelfde wijze als in reclame-uitingen conform artikel III lid 1 RR correcte en duidelijke prijzen worden gehanteerd en moet de informatie worden verstrekt zoals vermeld in artikel 8.4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

4) De Commissie heeft geconstateerd dat in de brochure 2015 #goodtimes (uiting A) geen prijzen van accommodaties zijn opgenomen. De algemene mededeling in de Algemene Voorwaarden dat in de huurprijs van de cottage (onder meer) geen toeristenbelasting en heffingen zijn opgenomen, omdat die afhankelijk zijn van de gemeente waarin het betreffende park ligt, kan niet worden beschouwd als in strijd met de hiervoor aangehaalde bepalingen betreffende prijsvermeldingen in een reclame-uiting. In zoverre wordt de klacht afgewezen.

5) Met betrekking tot de vermelding van toeristenbelasting en heffingen op de boekingssite (uiting B), die moet worden aangemerkt als een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand, overweegt de Commissie het volgende.

De hoogte van de toeristenbelasting wordt vastgesteld door de gemeente waarin de te huren accommodatie is gelegen en wordt geheven volgens de ‘per persoon per nacht’ (p.p.p.n.) -methode. Omdat bij de boeking van een accommodatie bij Center Parcs het aantal personen niet tevoren vaststaat, is de volgens de p.p.p.n.-methode te heffen en door Center Parcs in rekening gebrachte toeristenbelasting aan te merken als variabele onvermijdbare kosten die niet in de geadverteerde prijs per accommodatie kunnen worden opgenomen. In die gevallen dient, zoals hiervoor overwogen, de hoogte van de toeristenbelasting of, indien dat niet mogelijk is, de berekeningswijze van deze belasting direct naast of onder de prijs te worden vermeld.

Adverteerder zegt weliswaar iets over de toeristenbelasting weliswaar in de uiting, maar in een afzonderlijke mededeling op enige afstand van de geadverteerde prijzen en niet zodanig dat de kosten worden vermeld.

Gelet op het voorgaande heeft adverteerder met betrekking tot de vermelding van de toeristenbelasting in strijd gehandeld met het bepaalde in artikel III sub 1 RR in verbinding met artikel IV sub 1 RR en artikel 8.4 sub i NRC.

6) Uit het verweer en de door klager overgelegde stukken begrijpt de Commissie dat onder de in rekening gebrachte “heffingen” moeten worden verstaan de lokale heffingen zoals reinigings-, riolerings- en waterschapslasten die van overheidswege aan Center Parcs worden opgelegd. Deze heffingen worden “per bezoeker hoofdelijk omgeslagen”, aldus adverteerder. Hieruit leidt de Commissie af dat de lokale heffingen vaste onvermijdbare kosten betreffen die per accommodatie geheven worden. Om die reden dienen deze kosten in de geadverteerde prijzen van de accommodaties inbegrepen te zijn. Nu adverteerder de kosten van de heffingen niet in de prijs per accommodatie heeft verdisconteerd, is uiting B ook op dit punt in strijd met het bepaalde in artikel III sub 1 RR in verbinding met artikel IV sub 1 RR en artikel 8.4 sub i NRC.

7) Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing van de Reclame Code Commissie

De Commissie acht de met B aangeduide reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel III sub 1 RR 2014 in verbinding met artikel IV sub 1 RR 2014 en artikel 8.4 sub i NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken