De reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial waarin opeenvolgend enkele scènes te zien zijn die zich afspelen in een winkel van BCC. In elke scène staat een persoon centraal, die op het punt staat een aanschaf te doen in de winkel, maar dit, om een bepaalde reden, nog even zegt uit te stellen. In de ondertiteling is te lezen wat de bewuste persoon in werkelijkheid denkt: “…nog even verder kijken of het nog goedkoper kan”. De voice-over luidt: “Bij BCC betaalt u nooit teveel. U hoeft dus ook echt niet verder te kijken. Want wij checken de prijzen elke dag voor u”.
Aan het einde van de commercial, komt, onder het logo van BCC, de tekst: “kijk op www.bcc.nl of vraag in de winkel naar de voorwaarden” in beeld.
De klacht
De klacht luidt, samengevat, als volgt.
Gebleken is dat de in de commercial bedoelde laagste-prijs-garantie niet geldt voor internet- winkels en dat op de website van adverteerder een lijst staat met winkels die in aanmerking komen voor de vergelijking. Klager voelt zicht bedrogen.
Het verweer
Adverteerder stelt – samengevat – dat in het eindbeeld van de commercial wordt verwezen naar de voorwaarden, die in de winkel en op de website zijn te vinden. Daarin staat duidelijk op welke retailers de voorwaarden van toepassing zijn.
Het oordeel van de Commissie
In de uiting wordt op absolute wijze gesteld dat men bij BCC ‘nooit’ teveel betaalt, en dat men dus ‘echt niet verder’ hoeft ‘te kijken’.
Gebleken is echter dat deze claim uitsluitend geldt ten aanzien van concurrenten van adverteerder die op een door haar samengestelde lijst staan en voorts dat internetwinkels niet bij de vergelijking betrokken zijn. Het betreft hier naar het oordeel van de Commissie een forse beperking die niet rijmt met het absolute karakter van de uiting. In een dergelijk geval kan een adverteerder er niet mee volstaan om in de uiting uitsluitend te verwijzen naar de voorwaarden op de website.
Blijkens het voorgaande is sprake van een omissie dan wel een te laat verstrekken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de gewraakte uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.