a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2015/00721

Datum:

04-08-2015

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Uitgeven

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een aan klaagster gerichte Direct Mail, afkomstig van adverteerder met als onderwerp: “verzekerd bij arbeidsongeschiktheid”.

 

Een kopie van de uiting is aan deze uitspraak gehecht.

 

De klachten

 

Klaagster heeft de volgende klachten:

Adverteerder heeft artikel 2 van de Code brievenbus reclame, huissampling en direct response advertising (CBR) overtreden door zich niet met een daadwerkelijk bereikbaar adres te identificeren.
Adverteerder heeft artikel 5.2 van de Code voor het gebruik van Postfilter 2015 (Code Postfilter 2015) overtreden door het Nationaal Postregister niet te raadplegen voordat betrokkenen worden benaderd.
Adverteerder heeft artikel 6.2 Code Postfilter 2015 overtreden door de klacht van klaagster niet te onderzoeken en zelfs niet als zodanig te beschouwen.
Adverteerder heeft artikel 7 Code Postfilter 2015 overtreden door het recht van verzet niet aan te bieden.

 

Het verweer

 

Ten aanzien van klacht A

Adverteerder heeft slechts werknemers benaderd van werkgevers die reeds klant zijn bij adverteerder en hebben aangegeven te willen deelnemen aan de campagne. Als zodanig is adverteerder bij de werkgever bekend als de verzekeraar voor onder meer arbeidsongeschiktheid. In de correspondentie naar de werknemers van de klant van adverteerder staat het postbusadres van adverteerder vermeld en wordt de werknemer doorverwezen naar de internetsite van adverteerder. Op de website staan al haar adres- en correspondentiegegevens. Daarmee is adverteerder transparant over wie zij is, waar zij is gevestigd en hoe zij te bereiken is.

Ten aanzien van klacht B

Adverteerder heeft niet standaard in haar processen en procedures opgenomen dat een check plaats moet vinden bij het Nationaal Postregister omdat in het campagneproces de mogelijkheid wordt geboden aan individuele werknemers om aan te geven dat zij niet door adverteerder benaderd willen worden. Adverteerder heeft de werkgever verzocht haar werknemers die niet benaderd willen worden te filteren uit het adressenbestand dat zij bij adverteerder aanlevert. Adverteerder meent dat daarmee voor dit type campagnes – die strikt via de werkgevers lopen die reeds klant zijn bij adverteerder – op correcte wijze een opt-out mogelijkheid wordt geboden.

Ten aanzien van klacht C

Volgens de klachtenprocedure van adverteerder wordt elke uiting van ongenoegen opgevat als een klacht, ongeacht via welk kanaal de klacht binnenkomt. Loyalis heeft de heer [naam], die namens klaagster een klacht bij adverteerder heeft ingediend, geantwoord dat in een complex proces iets fout is gegaan en dat zij er voor zal zorgdragen dat klaagster niet meer benaderd wordt. Daarmee komt adverteerder tegemoet aan de wens van de heer [naam]. Adverteerder bestrijdt dan ook de zienswijze dat de klacht niet is onderzocht en niet als klacht is beschouwd.

Ten aanzien van klacht D

Adverteerder respecteert de wens van werknemers niet aangeschreven te willen worden en biedt de werknemers dan ook de mogelijkheid dit voorafgaand aan een campagne aan te geven bij de betreffende werkgever. Ook indien de werknemer zich direct bij adverteerder meldt, zal deze worden uitgesloten van de campagne. Indien iemand ondanks een melding toch wordt benaderd betreurt adverteerder dat, maar is dat een op zichzelf staand geval. Wel zal adverteerder in haar brieven nogmaals opnemen dat men gebruik kan maken van het recht van verzet.

 

Het oordeel van de Commissie

 

Ten aanzien van klacht A

 

De bestreden uiting betreft geadresseerde reclame die via de brievenbus is verspreid. Op deze reclame is – naast de algemene bepalingen van de Nederlandse Reclame Code – de CBR van toepassing. Krachtens artikel 2 CBR dient de opdrachtgever zich in brievenbusreclame zodanig te identificeren, dat hij gemakkelijk kenbaar en daadwerkelijk bereikbaar is voor de ontvanger. Daartoe moeten naam en adres van de opdrachtgever worden vermeld en kan niet worden volstaan met de vermelding van het postbusnummer van de opdrachtgever. Nu in de onderhavige uiting het adres van adverteerder ontbreekt en slechts een postbusnummer is vermeld, is de uiting in strijd met artikel 2 CBR. Dat

– zoals adverteerder aangeeft – de geadresseerde in de uiting wordt doorverwezen naar adverteerders internetsite waarop al haar adres- en correspondentiegegevens staan, maakt het oordeel van de Commissie niet anders.

 

Ten aanzien van klacht B

 

Uit de door klaagster overgelegde gegevens is vast komen te staan dat zij staat ingeschreven in het Nationaal Postregister en dat zij om die reden geen reclame via Direct Mail had mogen ontvangen. Op grond van artikel 5.2 van de Code Postfilter 2015 dient een afzender, voordat hij een adressenbestand met Prospects wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Nationaal Postregister te raadplegen, en is het hem niet toegestaan een Prospect te benaderen van wie de gegevens zijn opgenomen in het bestand van het Nationaal Postregister. Nu adverteerder niet aan deze verplichting heeft voldaan, heeft zij gehandeld in strijd met artikel 5.2 Code Postfilter 2015. Dat adverteerder kennelijk in de veronderstelling verkeerde dat alle Prospects via hun werkgever op correcte wijze een opt-out mogelijkheid was geboden, doet hieraan niet af.

 

Ten aanzien van klacht C

 

Naar aanleiding van de namens klaagster aan adverteerder verzonden klacht waarin is aangegeven dat adverteerder in strijd heeft gehandeld met (onder andere) de Code Postfilter 2015 heeft adverteerder op 3 juni 2015 – voor zover van belang – aan klaagster bericht: “Kennelijk is er in deze campagne een fout geslopen. Aan deze campagnes ligt een complex proces ten grondslag waarin diverse partijen betrokken zijn. Ergens in dat proces is in uw geval blijkbaar iets niet goed gegaan. Wij betreuren dat zeer en ik wil dan ook bij deze mijn oprechte excuses aanbieden. Wij zullen er voor zorgen dat u niet meer benaderd wordt. Uw signaal helpt ons om dit proces verder te verbeteren.” (…). Nu van een onderzoek niet is gebleken, terwijl adverteerder op grond van artikel 6.2 Code Postfilter 2015 gehouden was de klacht nader te onderzoeken, is de Commissie van oordeel dat adverteerder in strijd heeft gehandeld met voornoemd artikel.

 

Ten aanzien van klacht D

 

De Commissie is van oordeel dat adverteerder artikel 7 van de Code Postfilter 2015 heeft geschonden door niet zelf aan haar Prospects de gelegenheid te bieden om geen Direct Mail te ontvangen. Dat – zoals adverteerder stelt – werknemers van haar klant(en) de mogelijkheid krijgen om voorafgaand aan een campagne bij hun werkgever aan te geven dat zij niet door adverteerder wensen te worden aangeschreven maakt het oordeel van de Commissie niet anders.

 

Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

 

De Commissie acht op grond van hetgeen hiervoor is overwogen de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 CBR, artikel 5.2 Code Postfilter 2015, artikel 6.2 Code Postfilter 2015 en artikel 7 Code Postfilter 2015. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken