a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2023/00038

Datum:

15-05-2023

Uitspraak:

VT zonder aanbeveling

Product/dienst:

Uitzenden/ICT

Motivatie:

Misleiding Ontbrekende informatie

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een uiting in de ING Winkel (www.ing.nl/punten) over een product van Ben, waarin onder meer staat:

“Productomschrijving
(…)
Met deze waardebon krijg je € 4,- per maand korting op een Ben Sim Only abonnement incl. geen aansluitkosten t.w.v. € 20,-. Je krijgt in totaal dus € 116,- korting! Het abonnement heeft 6000 MB, onbeperkt bellen/sms én 4G Extra snel internetsnelheid. Het abonnement loopt 24 maanden, na 24 maanden is het abonnement maandelijks opzegbaar. De korting loopt door tot je het abonnement opzegt of verlengt. Hiervoor betaal je maar € 9,- per maand.”
(…)

Daaronder is een afbeelding te zien van het betreffende product met de volgende tekst:
“Ben®
Ben® Sim only
13,00* 24 maanden 
9,00 /mnd
Onbeperkt min/sms
+6000 MB + 4G Extra Snel.”

*De tekst 13,00 is doorgestreept in de uiting.

 

Samenvatting van de klacht

Klager is vorig jaar een abonnement met Ben aangegaan. Per 1 januari van dit jaar heeft Ben een inflatiecorrectie op dit abonnement doorgevoerd. Dit is niet gecommuniceerd bij het afsluiten van het abonnement. Als klager had geweten dat er een inflatiecorrectie zou worden doorgevoerd, had hij geen abonnement bij Ben afgesloten. Klager vindt de reclame-uiting dan ook misleidend in de zin van artikel 7 Nederlandse Reclame Code (NRC). In dit verband verwijst klager naar een eerdere uitspraak met dossiernummer 2021/00520.

 

Samenvatting van het verweer van verweerder sub 1 (Ben)

Klager heeft bij het oriënteren en afsluiten van een Ben Sim-Only abonnement gebruik gemaakt van een specifieke actie in de ING Winkel, welke alleen te vinden is op de website van ING. Hier heeft klager met zijn ING punten een kortingsvoucher aangeschaft, waarmee hij op een speciaal daarvoor ingericht webadres het betreffende Ben Sim-Only abonnement heeft aangeschaft. Vervolgens heeft Ben in januari 2023 rechtsgeldig een jaarlijkse prijsindexatie doorgevoerd ten aanzien van dit abonnement.

In de reclame-uiting staat direct onderaan de informatie over het getoonde product, de prijs en de belangrijkste voorwaarden. Deze uiting dient in zijn geheel beschouwd te worden. Ben vermeldt in haar reclame-uitingen de belangrijkste componenten van haar abonnementen, zoals het maanbedrag, in lijn met de consumentenregels en de uitleg daarbij van de Autoriteit Consument en Markt. Een prijsindexatie of bijvoorbeeld mogelijke buitenbundelkosten van een abonnement vallen daar niet onder, omdat dit niet tot de essentiële informatie behoort welke direct getoond dient te worden. Indien gewenst kan de klant daarover op andere momenten uitgebreid informatie vinden of dit nalezen in zijn contract. Op grond van de NRC is Ben evenmin gehouden om in haar reclame-uitingen expliciet te vermelden dat zij de abonnementsprijzen kan indexeren, prijsindexatie wordt immers niet genoemd onder artikel 8.2 NRC.

Gelet op het daadwerkelijke bedrag van de indexatie is het ook niet aannemelijk dat klager het abonnement niet zou hebben afgesloten indien hij in de reclame-uiting wel had kunnen lezen dat er mogelijk prijsindexatie zou plaatsvinden. Bovendien is dit vervolgens meerdere keren zeer duidelijk vermeldt in bijvoorbeeld de algemene voorwaarden, die klager heeft kunnen nalezen na ontvangst van de e-mailbevestiging van zijn overeenkomst. Als klager het niet eens was met de mogelijkheid tot prijsindexatie had hij gebruik kunnen maken van zijn herroepingsrecht, hetgeen hij niet gedaan heeft.

Naar aanleiding van de klacht heeft Ben de reclame-uiting nader bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat, ondanks dat het derhalve niet noodzakelijk is, een tekstuele toevoeging wellicht een vollediger beeld kan geven aan klager. Nu er veel (andere) aanvullende informatie wordt verstrekt in de reclame-uiting is er door het niet vermelden van de prijsindexatie mogelijk onduidelijkheid ontstaan over de toepasselijkheid hiervan. Hoewel prijsindexatie algemeen wordt toegepast in de telecommarkt en dit ook in de algemene voorwaarden van Ben is opgenomen, zou de zin “Hiervoor betaal je maar € 9,- per maand” de indruk kunnen wekken dat er in deze specifieke uiting geen prijsindexatie wordt toegepast of zou daar mogelijk verwarring over ontstaan. Om die reden heeft Ben de reclame-uiting direct laten aanpassen en de volgende tekst daaraan toegevoegd: “Tarieven kunnen jaarlijks geïndexeerd worden conform de voorwaarden van het contract.” Ben legt hiertoe een printscreen over waaruit voornoemde aanpassing van de reclame-uiting volgt.

 

Samenvatting van het verweer van verweerder sub 2 (ING)

De klacht ziet op een reclame-uiting voor een abonnement van T-Mobile (ook wel Ben) dat alleen via de ING Puntenwinkel wordt aangeboden, daarin verkoopt ING ten behoeve van haar klanten producten van externe leveranciers. De advertentietekst wordt door de leverancier aangeleverd en door ING geplaatst indien deze niet strijdig is met door ING gehanteerd beleid. Naar aanleiding van de eerdere uitspraak van de Reclame Code Commissie (dossiernummer 2021/00520) heeft ING in januari met T-Mobile afgesproken dat T-Mobile voortaan in haar advertenties, indien van toepassing, de volgende tekst zal opnemen: “Tarieven kunnen jaarlijks geïndexeerd worden conform de voorwaarden van het contract.”

 

Het oordeel van de voorzitter

1.  Vooropgesteld wordt dat de beoordeling van de voorzitter zich beperkt tot de door klager overgelegde reclame-uiting in het klachtenformulier. De correspondentie tussen partijen wordt in de onderhavige procedure dan ook uitsluitend betrokken voor zover het gaat om de vraag of deze uiting in overeenstemming is met de Nederlandse Reclame Code (hierna ook: NRC).

2. De voorzitter vat de klacht op in die zin dat in de bestreden uiting informatie ontbreekt over het feit dat het daarin genoemde maandbedrag van € 9,- kan veranderen als gevolg van inflatiecorrectie, ook wel prijsindexatie genoemd. De voorzitter oordeelt hierover als volgt.

3. In de bestreden uiting wordt zonder enig voorbehoud een prijs van “maar € 9,- per maand” genoemd voor een abonnement met een bepaalde duur, te weten een looptijd van 24 maanden. De gemiddelde consument zal er hierdoor vanuit gaan dat dit de prijs is die hij gedurende de looptijd van het abonnement betaalt. Deze indruk wordt versterkt door de mededeling “De korting loopt door tot je het abonnement opzegt of verlengt”. Nu informatie over een mogelijke, tussentijdse, prijsindexatie of een directe verwijzing naar deze informatie in de bestreden uiting ontbreekt, kan de consument daardoor op het verkeerde been worden gezet. Gelet op het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat er sprake is van het ontbreken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te nemen over een transactie. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de reclame-uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de NRC, en om die reden oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

4. Het verweer dat een klant de mogelijkheid van prijsindexatie kan terugvinden in de algemene voorwaarden bij het contract, maakt het oordeel van de voorzitter niet anders. Nu sprake is van essentiële informatie, is het niet toegestaan om deze informatie uitsluitend in de algemene voorwaarden te vermelden. Dergelijke informatie of een directe verwijzing daarnaar hoort in de reclame-uiting zelf te staan.

5. Nu verweerders aannemelijk hebben gemaakt dat de uiting inmiddels is aangepast door middel van de toevoeging van de tekst: “Tarieven kunnen jaarlijks geïndexeerd worden conform de voorwaarden van het contract”, zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft en volstaan wordt met te oordelen als volgt.

 

De beslissing van de voorzitter
  

De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken