a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2018/00107

Datum:

27-03-2018

Uitspraak:

VT voor zover nodig

Product/dienst:

Vervoer

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een advertentie van Transavia die op Google werd getoond bij de resultaten van de zoekopdracht “new stadium larnaca”, waarin een “Ticket Cyprus (Larnaca)” werd aangeboden “va € 59-“.

 

De klacht

Klager zag de advertentie op 5 en 6 februari 2018 en heeft toen direct gezocht naar een ticket voor de in de advertentie genoemde prijs. Er bleek echter geen enkele vlucht beschikbaar te zijn voor € 59,-. De goedkoopst aangeboden vlucht kostte € 69,-. Dit blijkt uit de door klager overgelegde prints. Klager vindt de advertentie misleidend. Hij begrijpt dat vluchtprijzen dynamisch worden aangeboden maar vindt dat de prijs moet worden aangepast aan het beschikbare aanbod.

 

De reactie van adverteerder

Deze wordt als volgt samengevat. Het is juist dat klager op 5 of 6 februari 2018 niet kon boeken voor € 59,-. In de winter was de vlucht wel beschikbaar voor dit bedrag. De prijzen van de vluchten zijn aan verandering onderhevig (een dynamisch proces) en die wijzigingen moeten telkens worden doorgegeven in de verdere communicatie. Dit was tot voor kort een handmatig proces. Op dit moment is adverteerder bezig de wijzigingen van de prijs automatisch in de communicatie te verwerken waardoor dit soort situaties in de toekomst kan worden voorkomen.

 

Het oordeel van de voorzitter

1)  Uit hetgeen klager stelt, blijkt dat hij op 5 en 6 februari 2018 een zoekopdracht heeft gegeven waarbij naast de zoekresultaten een advertentie van adverteerder verscheen waarin wordt gezegd dat men voor de vanafprijs van  € 59,- tickets naar Larnaca (Cyprus) kan boeken. Klager heeft met de door hem overgelegde stukken voldoende aannemelijk gemaakt dat het op deze dagen niet mogelijk bleek voor dit bedrag te boeken omdat minimaal € 69,- voor het goedkoopste ticket moest worden betaald. De voorzitter begrijpt het standpunt van adverteerder aldus, dat het tarief van € 59,- in een bepaalde periode wel beschikbaar was, maar als gevolg van een “dynamisch proces” niet toen klager trachtte te boeken.

2)  Indien de beschikbaarheid van tickets tegen het laagste tarief afhankelijk is van de dynamische aard van het aanbod, dient adverteerder maatregelen te treffen om te waarborgen dat de geadverteerde vanafprijs te allen tijde correct is. Dat brengt mee dat de advertentieprijs die de consument in een dergelijk geval bij een zoekopdracht op internet ziet, correspondeert met de prijs van het goedkoopste ticket dat op dat moment nog beschikbaar is. Op zichzelf genomen staat deze verplichting ook niet ter discussie. Adverteerder heeft verklaard dat zij in dit kader wijzigingen telkens doorgeeft in de communicatie. Adverteerder maakte naar eigen zeggen daarvoor gebruik van een “handmatig proces”. Uit de klacht blijkt dat dit in het onderhavige geval niet of niet snel genoeg tot de noodzakelijke aanpassing heeft geleid. Inmiddels is adverteerder, naar zij stelt, bezig om de wijzigingen in de prijs automatisch in haar communicatie te verwerken. Uitgaande hiervan zou de situatie die in deze zaak aan de orde is, waarin een discrepantie bestaat tussen het geadverteerde ‘vanaf’ tarief en het goedkoopste tarief waarvoor de consument kan boeken, zich waarschijnlijk niet meer voordoen. Dit doet overigens niet af aan de constatering dat op grond van het voorgaande in de reclame-uiting geen correcte prijs is getoond als bedoeld onder III lid 1 Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) 2014, nu het ticket niet meer voor de geadverteerde vanafprijs te boeken was. Wel kan op grond van hetgeen adverteerder stelt, worden aangenomen dat dit probleem inmiddels is verholpen of binnenkort zal zijn verholpen. De voorzitter zal daarmee rekening houden door de aanbeveling om niet meer in strijd met het bepaalde onder III lid 1 RR 2014 te handelen te doen voor zover nog nodig.

 

De beslissing van de voorzitter

De voorzitter acht op grond van het bovenstaande de bestreden reclame-uiting in strijd met het bepaalde onder III lid 1 RR 2014. De voorzitter beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te (doen) maken.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken